Een paddenstoel als urn
Op een avond, enkele jaren geleden, belde een oud cursist glas in lood mij thuis op mijn privé telefoon. Het was al lang geleden dat wij elkaar gezien of gesproken hadden, Na wat algemene opmerkingen vroeg hij of ik nog steeds gedenkwerk maakte en toen ik dat bevestigde vroeg hij of ik ook nog steeds met een familie samen werkte aan een object. En ook dat werd door mij bevestigd.
Daarop vertelde hij dat zijn lieve collega kort ervoor haar dochtertje had verloren aan Wiegendood. Iedereen op het werk was er kapot van geweest en hij het meeste omdat hij immers wist hoe het was om een kind te verliezen. Ik herinnerde mij plots dat hij indertijd een cursus had gevolgd omdat hij zelf iets voor zijn overleden kind wilde maken. En ik had hem toen geholpen om het stuk deugdelijk en extra stevig te maken.
En nu was hij samen met zijn vrouw bij zijn collega op bezoek. Gewoon om steun te geven van ouder naar ouder. “heeft niets met het werk te maken” zei hij een beetje rauw. “daar begrijpen ze dit toch niet, ook al zijn ze van goede wil”.
Hij had net gehoord dat zijn collega de asbus 2 dagen ervoor had opgehaald en nu stond die stomme bus op het dressoir. “en ze wil er iets moois mee doen zodat het geen asbus meer is. Maar Bren, ze wil het zelf doen en haar kinderen willen haar helpen. En toen dacht ik direct aan jou. Maar voordat ik haar je telefoonnummer geef wil ik wel eerst weten of je het nog doet. Want anders is het nog een verdriet bij op alles wat ze al heeft.”
Ik vond dit bijzonder lief en zorgzaam van hem en heb dat ook verteld. En de volgende dag al belde de moeder om een afspraak te maken. Eerst zij en haar man alleen om kennis te maken en daarna zouden we wel zien.
Twee avonden later zaten de ouders aan mijn koffie tafel en vertelde moeder hoe alles was gegaan. De enorme schrik toen ze haar baby dochter niet wakker kon krijgen. De andere kinderen die aan de baby zaten te trekken. De huisarts die direct kwam en alle tijd voor haar nam. De uitvaartleidster die echt geweldig was geweest.
Hun dochtertje was al die tijd thuis gebleven in haar eigen bedje. En pas op de laatste dag had de uitvaartonderneemster het kleine mandje meegenomen waar ze haar samen in hebben gelegd. En ze zijn met hun eigen auto naar het crematorium gereden waar vader haar gedragen heeft. Ze hebben haar zelfs samen naar de ovenruimte gebracht en ze waren erbij toen erop de knop werd gedrukt.
Alles hadden ze samen gedaan en dat was goed. de uitvaartonderneemster had dit ook gestimuleerd en met hen gezocht naar alles wat ze zelf konden doen.
De kinderen hadden veel van de rouwkaarten persoonlijk naar de familie en vrienden gebracht en dit was voor hen heel goed geweest. Ook zij hadden het gevoel dat ze hadden bijgedragen, dat ze gezien en gehoord waren.
En nu was het tijd om na te denken over de urn. Het moest een speels iets worden. Een urn die geen urn was maar een mooi stuk speelgoed. Of een mooi stuk kunst waar niemand de urn in zou herkennen.
Vader liep naar een lieveheersbeestje bij een paddenstoel en vroeg: “bedoel je zoiets?”. Moeder keek naar de opstelling en zei “ja, ja. Maar niet dat lieveheersbeestje maar die paddenstoel. Kan dat als urn? En hoe werkt dat dan?”
Een week later kwam moeder met de drie oudere kinderen naar het atelier en samen met de kinderen heb ik gekeken hoeveel stippen de paddenstoel hoed zou gaan krijgen. Ik heb moeder en kinderen op de tekening laten aangeven waar de stippen moesten komen en hoe groot ze moesten zijn.
Vader heeft een steen uitgezocht die iedereen mooi vond passen bij de hoed. En de steenhouwer heeft de steen zover uitgeboord dat alle as erin kon.
En op een zaterdagmiddag om 4 uur (het enige moment in de week dat iedereen kon door de zwemlessen, de voetbal, de basketbal) ben ik met de glazen hoed en de steen naar hun huis gereden en heeft het gezin de steen gevuld heb ik de hoed verlijmd.
Op deze manier hoefde het kleine meisje geen weekend lang in mijn atelier te blijven wachten tot de lijm droog was.
Een jaar later belde moeder dat ze als gezin nog een paddenstoel wilden maken voor de 1e verjaardag van hun meisje. Gewoon een sierpaddenstoel voor bij de urn.
En weer een jaar later belde moeder weer op. er moest nog een kleine paddenstoel bijkomen want er was een nieuw meisje geboren. En ze wilden haar band met haar overleden zusje bevestigen door een eigen kleine paddenstoel. En zo hebben we het gemaakt.
En nu staan de drie paddenstoelen op een mooie plek in de tuin.
Het verhaal van dit gezin is verteld.
Tot slot
In mijn werk vertel ik telkens weer een verhaal. Het verhaal van de familie vertaald in kleur en vorm.
Als dit verhaal u raakt, of de foto vragen bij u oproept kunt u mij altijd bellen of mailen. Ook mag u vanzelfsprekend geheel vrijblijvend mijn atelier in Oldenzaal bezoeken. Bel of mail ons gewoon voor een afspraak, of loop tussen 10 uur en 16 uur binnen op de laatste vrijdag en zaterdag van elke maand.
Er zijn altijd veel glasobjecten in het atelier. Deze zijn vaak voor een presentatie gemaakt of als studieobject. Of gewoon omdat ik het ontwerp zo leuk vond.
Een aantal van deze objecten staan in onze webshop: www.glazennest.nl
Het is mogelijk om samen met mij uw eigen ontwerp in glas uit te voeren. We gaan rustig en kalm aan het werk en u ziet hoe het gehele proces verloopt. Bel of mail rustig voor meer informatie over de mogelijkheden en de kosten.
PDF informatie
Er zijn een groot aantal verschillende informatie Pdf’s over een thema beschikbaar. Op uw aanvraag sturen wij u deze graag toe.
Wilt u weten welke thema’s er allemaal zijn: klik dan hier….
En als laatste:
Ieder object dat ik maak is voor een bijzonder iemand. Zijn of haar verhaal in glas, kleur en vorm omgezet. Op al mijn ontwerpen rust BEELDRECHT en AUTEURSRECHT. Ik verzoek u dus mijn ontwerpen niet zelf te kopiëren of door andere na te laten maken.
Wilt u meer weten over mijn visie en werkwijze – klik dan hier…
Atelier Het Glazen Nest
Noordwal 14, 7571 AM Oldenzaal
T: 0541-533476
M: 06-19195562
E: brenda@glazeniers-glaskunst.nl
Openingstijden: 10-16 uur op de laatste vrijdag en zaterdag van elke maand, en op afspraak.